De harp van David

Harp van David

Lukas 5:1

En het geschiedde, als de schare op Hem aandrong, om het Woord Gods te horen, dat Hij stond bij het meer Gennesaret.

De grens

Als uitbeelding van Zijn latere opstanding uit de dood, wordt hier gewezen op het feit dat de HEERE Jezus stáát. Hij staat aan de oever van het meer, als het ware op de grens van twee werelden, in afwachting van de keuze die het joodse volk zal maken. De HEERE Jezus staat op de grens van het land en het water, een meer of zee. “Land” is in de Bijbel de uitbeelding van “hét land”, Gods eigen land, Kanaän, het land waarin Israël woonde. Zee of een grote watervlakte is in de Bijbel de uitbeelding van de volkeren der aarde, de volkerenzee. (Openbaring 17:15) harp van David

De HEERE Jezus stáát hier op de grens van land en water. Dit is een waarschuwing aan het joodse volk. Wanneer het joodse volk, het twee stammenrijk, ook na de opstanding in haar ongeloof zal volharden, dan zal de HEERE Jezus als de Christus naar een ander volk gaan en in het midden dáárvan wonen. Hij zal dan namelijk gaan naar het andere deel van het volk Israël. Naar het volk dat bijbels gezien tot het belangrijkste volk onder de heidenen gerekend moet worden, de tien stammen van Israël, met als hun hoofd de eerstgeborene van het volk Israël, de stam Efraïm. harp van David

De Harp

Het Meer van Gennesareth, of ook wel Kinnereth, is hetzelfde meer als het Meer van Galilea of de Zee van Tiberias. Waarom wordt juist hier gekozen voor de naam Gennesaret?

Gennesaret is het hebreeuwse woord Kinnereth, meervoudsvorm van het woord “kenoor” en betekent “harp”. Ke noor, dus met een spatie in het midden, betekent: “als licht”, of “gelijk licht”. Zoals ook bijvoorbeeld het woord “menorah”, naar het Nederlands vertaald als “kandelaar”. Maar met een spatie erin, “me norah”, betekent het “vanwege licht”, “lichtgever” of “lichtdrager”. De Menorah is de uitbeelding van het licht en de blijdschap van een praktisch leven onder het Nieuwe Verbond der Genade.

Davids harp

Eén van de attributen en kenmerken van de schaapherder David, later koning over heel de kudde Israëls, was zijn harp. Als de belangrijkste van de psalmisten verkondigde en bejubelde David, met gebruikmaking van zijn harp, de komst van de HEERE Jezus, de Zoon van David, Die na lijden, kruisiging en dood en in Zijn opstanding Christus Jezus de HEERE zou zijn. Daardoor zou het leven onder het Oude Verbond der Wet beëindigd worden en het leven onder het Nieuwe Verbond der Genade verschijnen. En hier in Lukas 5:1 vinden we deze Zoon van David, de HEERE Jezus Christus. Hij, Die de Overste Herder der schapen en Koning der koningen is, staande op de oever van Gennesaret, bij de harp dus eigenlijk.

Alle Psalmen (= mizmoor betekent loflied) getuigen over de HEERE Jezus Christus (Lukas 24:25-27; Lukas 24:44-46) en verwijzen naar het Leven, het Licht, het Woord en de Blijdschap van het Nieuwe Verbond der Genade. Het oude liedje (der wet) ging over zonden, wet, veroordeling, duisternis, demonie, en dood. Maar, begeleid door zijn harp, zong en schreef David níeuwe liederen.

En in het bijzonder heeft de Zoon van David door Zijn opstanding uit de dood een heel Nieuw Lied geschreven. Het Nieuwe Lied over vergeving, genade, licht en eeuwig leven. In de Bijbel is een nieuw lied altijd de verwijzing naar dit nieuwe Verbond.                            

Efeze 5:19-20

Sprekende onder elkander met psalmen, en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende en psalmende den HEERE in uw hart; Dankende te allen tijd over alle dingen God en den Vader, in den Naam van onzen HEERE Jezus Christus.

Kolossenzen 3:15-17

En de vrede Gods heerse in uw harten, tot welken gij ook geroepen zijt in een lichaam; en weest dankbaar. Het Woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid; leert en vermaant elkander, met psalmen en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende den Heere met aangenaamheid in uw hart. En al wat gij doet met woorden of met werken, doet het alles in de Naam van de HEERE Jezus, dankende God en de Vader door Hem.

Terug naar de harp van David

1 Samuël 16:14-23; 1 Samuël 18:8-11; 1 Samuël 19:9-10

Koning Saul had regelmatig last van een boze geest. Dit begon toen de Geest des HEEREN van Saul geweken was en vaardig werd over David. David werd van achter de schapen geroepen om met zijn harp een nieuw lied te spelen en te zingen voor Saul, opdat de boze geest van koning Saul zou wijken. David met zijn nieuwe lied, de uitbeelding van het leven onder het Nieuwe Verbond der Genade. Begeleid door de harp zingt David over Leven, Licht, en Blijdschap, over het Nieuwe Verbond der Genade. Maar koning Saul (betekent “de eisende” en is de uitbeelding van de heerschappij der wet) wil blijkbaar niet van deze boze geest verlost worden. Saul verwerpt dit Nieuwe Lied wat spreekt over Licht en het Woord der Genade. Saul grijpt naar zijn spies om David te doden.

Zo deden de wettische joodse leidslieden dat later ook met de Zoon van David.

Johannes 11:47-54

De overpriesters dan en de Farizeeën vergaderden den raad, en zeiden: Wat zullen wij doen? Want deze Mens doet vele tekenen. Indien wij Hem alzo laten geworden, zij zullen allen in Hem geloven, en de Romeinen zullen komen, en wegnemen beide onze plaats (= onze eigen positie) en volk. En een uit hen, namelijk Kajafas, die deszelven jaars hogepriester was, zeide tot hen: Gij verstaat niets; En gij overlegt niet, dat het ons nut is, dat een mens sterve voor het volk, en het gehele volk niet verloren ga. En dit zeide hij niet uit zichzelven; maar, zijnde hogepriester deszelven jaars, profeteerde hij, dat Jezus sterven zou voor het volk; En niet alleen voor dat volk (= 2-Stammen), maar opdat Hij ook de kinderen Gods, die verstrooid waren (= 10-Stammen), tot één zou vergaderen. Van dien dag dan af beraadslaagden zij te zamen, dat zij Hem doden zouden. Jezus dan wandelde niet meer vrijelijk onder de Joden; maar ging van daar naar het land bij de woestijn, naar de stad, genaamd Efraim, en verkeerde aldaar met Zijn discipelen.

1 Samuël 18:9

Precies zo werd David door Saul in het oog gehouden, van dien dag af en voortaan, wachtende op het geschikte moment om David te doden. Saul grijpt naar de spies (= ha chanith = de afwijzing, waarin juist chan = genade voorop staat) en werpt deze spies naar David. Hij wijst op typologische wijze het Lied, het Licht, het Leven en Woord van David af. Saul (uitbeelding van de wet) verwerpt het Nieuwe Verbond der Genade. Saul wil dit Nieuwe Lied der Genade niet horen. Hij blijft liever onder het oude liedje der wet. Daarom kan Saul niet verlost worden van de boze geest. harp van David

Lukas 5:1

En hier in Lukas 5, staat de Zóón van David bij het Meer van Gennesareth. Overdrachtelijk gezien staat hier de Zoon van David bij zijn harp, om Juda, het joodse volk, de twee stammen van Israël, te bevrijden van hún boze geest, namelijk van hun boze, valselijk geïnterpreteerde woorden der wet! Op typologische wijze wordt hier door de Zone Davids, met gebruikmaking van de harp, aan hén het Nieuwe Lied voorgehouden. Het Nieuwe Lied, het Nieuwe Verbond der Genade, wat spreekt over Licht, Woord, Leven en Blijdschap. Er staat dat de HEERE Jezus tot hen spreekt, hier, bij de harp. Wij weten echter niet wát Hij zegt. Hij spreekt tot hen dus in raadselen (in verborgenheden), opdat dit Woord voor ongelovige oren verborgen zou blijven. harp van David

Psalm 33:2

Met de woorden van David, zegt de Zone Davids: “Looft den HEERE met de Harp; Psalmzingt Hem met de luit, het tiensnarig instrument.” Het getal 10 is de verwijzing naar het gehele Woord van God.

Psalm 49:5-6

Ook zegt de Zone Davids: Ik zal Mijn oor neigen tot spreuk (mashal = gelijkenis. Gelijkenissen spreken over de verborgenheden van het Koninkrijk der Hemelen). Ik zal Mijn verborgen rede (Chaidah = raadselen) openbaren op de harp (= kenoor).Waarom zou Ik vrezen in kwade dagen, als de ongerechtigen die Mij op de hielen zijn, Mij omringen? (Op Hem aandrongen, zegt Lukas 5:1.)

Lukas 4:29

En precies zoals koning Saul, wilde ook Juda, de ongelovige joodse leidslieden van de twee stammen, niet verlost worden van een leven onder het Oude Verbond der Wet. Zij wilden de HEERE Jezus van de steilte afwerpen.

Zoals David eens de harp gebruikte voor koning Saul, om de boze geest te verdrijven door een Nieuw Lied voor koning Saul te zingen en te spelen; Zo is het hier de Zoon van David Die, op overdrachtelijke wijze, dezelfde harp gebruikt. Om nóg een keer het Nieuwe Lied, Licht, Woord, Leven van het Nieuwe Verbond der Genade te prediken aan Juda, de twee stammen van Israël, het godsdienstige joodse volk. Opdat zij bevrijd zou worden van háár boze geest.

Maar zij zijn aan de oever blijven staan. Vanwege hun volharding in ongeloof heeft de HEERE Jezus hen dan ook niet kunnen verlossen van hun boze geest. Zij wilden niet verlost worden van het Oude Liedje, namelijk van het Oude Verbond der Wet. Zij denken nog steeds voor God gerechtvaardigd te kunnen worden door de werken der wet en dat is het ontkennen en het verwerpen van het verlossingswerk van Christus. Dat is demonisch en satanisch en is afkomstig van de boze, hun vader de duivel. (Johannes 8:44)

Dit is dan ook de reden, waarom juist hier de naam Gennesaret gebruikt wordt. De HEERE Jezus, de Zoon van David, Gods geliefde Zoon, staat hier met de Harp. Om eerst nog op de oever en daarna vanuit het schip, de schare aan de oever van het Meer van Gennesaret (= Harp) nóg eens te onderwijzen over de komst van dat Nieuwe Lied (:3). En in het feit dat we niet weten wat de HEERE Jezus hen hier leert, gaat het er hier dus over dat de HEERE Jezus, vanwege hun volharding in ongeloof, Zich gedurende 2000 jaar voor hen zou verbergen. Maar gedurende die gehele periode zal er onder de tien stammen van Israël een grote visvangst plaatsvinden (Lukas 5:4-6) en wordt er door een ander volk gezongen het geheel Nieuwe Lied, dat is gecomponeerd door de Zoon van David, onze Heiland, de HEERE Jezus Christus.

De harp van David

harp van David

Het is mijn bedoeling en ook die van mijn man Ad Leeuwenhage, om met deze website de Naam van onze Heiland, de Here Jezus Christus, groot te maken en u aan te zetten tot nadenken over het Woord van God, de Bijbel.

Latest Comments
  1. Nel Kuijt

    Wat een prachtige uitleg ,wij hebben straks een bijbelstudie en zal dit voorlezen .
    Bedankt ,HG Nel Kuijt

  2. Anneke Blok

    Dankjewel Wil. Ik was op zoek naar de harp. In Psalm 137:2 wordt de harp ook aangehaald . De Joden die gevangenen waren van Babel hadden hun harpen opgehangen aan de wilgen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *