De haan in de Bijbel
Alles in deze schepping spreekt over de Maker ervan en zo is dat dus ook het geval met de haan. In de Bijbel kennen wij de haan vooral uit de geschiedenis in Mattheüs 26, Markus 14, Lukas 22 en Johannes 13 en 18. Het verhaal over de overmoed, het haantjesgedrag, en het verraad van vooral Petrus. Precies zoals de Here Jezus had gezegd, ontkende Petrus 3 maal dat hij bij de Here Jezus hoorde voordat de haan 2 maal had gekraaid.
De haan spreekt
Waarom zou onze Heer deze vogel in dit geval als een soort voorbeeld gebruiken? Wat kan er zo bijzonder zijn aan een haan. Wat vertelt een haan ons over Zijn Schepper?
Meer dan Salomo
Wij kunnen er met zekerheid van uitgaan dat de Here Jezus de typologische en profetische betekenis van de haan kende. Hij had, net als Salomo, wijsheid van Zijn hemelse Vader ontvangen en kende de spraak van de bomen, van de hysop, van het vee, het gevogelte, het kruipend gedierte en de vissen. (1 Koningen 4:29-34) In Mattheüs 12:42 en Lukas 11:31 vergelijkt de Here Jezus Zichzelf met Salomo en zegt zelfs dat Hij de meerdere van Salomo is. Wat wij niet anders willen en kunnen dan beamen.
Hun eigen taal
Niet dat Salomo en onze Heer de geluiden die deze schepselen voortbrengen omzetten in een taal, zoals door mensen gesproken wordt. Maar Zij begrepen waar het wezen van deze schepselen over sprak. Wat heel hun doen en laten en manier van leven vertelt over hun Schepper. Alles in deze Schepping getuigt van de Schepper. Zoals ook Psalm 19:2 zegt dat de hemelen Gods eer vertellen.
De haan in het Hebreeuws
Het Hebreeuws is de taal waarmee door de Schepper alle dingen tot stand zijn gebracht. Het Hebreeuwse woord voor “de haan” bevat vele aanwijzingen over dat, wat een haan aan ons moet vertellen.
- de haan = ha tharnagowl = 30.6.3.50.200.400.5
50.200.400.5 = ha tharan
en dit wordt vertaald met: “hoge mast” of “mast” (Ezechiël 27:5) (een mast steekt ver boven een zeilschip uit)
Ha tharan wordt ook vertaald als: het baken, de vlaggenmast, de vaandeldrager.
Nog andere benamingen
Een ander woord voor haan is 200.7.200.7 = zerzer; blijkbaar afgeleid van het woord: zerzier.
Spreuken 30:31: Een windhond van goede lenden, of een bok; en een koning, die niet tegen te staan is.
Het Hebreeuwse woord zerzier, hier in Spreuken vertaald met windhond, betekent in feite: fier, trots. Het wordt in de oude Statenvertaling vertaald met “haan”, in de King James Bijbel (1611) met “windhond”, in de New American Version (1995) met “schrijdende haan” en in de Basic English Bible met “strijdros”. Dit Hebreeuwse woord vinden we ook in Job 39:22 en is daar vertaald met “paard”, maar wel één die ten strijde trekt.
De Voorganger
Het begrip dat in dit woord vertegenwoordigd wordt, is iets of Iemand, die aan het hoofd van de zijnen, ernstig en statig, moedig en vastbesloten, klaar is om voor de zijnen de strijd aan te binden. Tegen monsters of mensen of wat hen ook maar zou kunnen bedreigen.
200.7 = zer = kroon of krans
200.7.200.7 = zerzer = kroon + kroon = dubbele kroon
Onze Heiland draagt in Zijn opstanding twee kronen. Hij is zowel Koning, als Hogepriester. De kronen, die behoren bij deze functies, behoren hem beide toe.
Meerdere kronen
Jesaja 28:5: Te dien dage zal de HEERE der heirscharen tot een heerlijke Kroon en tot een sierlijken Krans zijn den overgeblevenen Zijns volks;
Te dien dage, dat is in de dagen van Zijn wederkomst op aarde.
Zal de HEERE der Heirscharen = 400.6.1.2.90 5.6.5.10 = Jehovah Zebaoth, zijn tot heerlijke kroon = 5.200.9.70 = atarah. En tot sierlijke krans = diadeem = 5.200.10.80.90 = tzaphirah zijn.
Wat is een haan?
- de haan = ha tharnagowl = 30.6.3.50.200.400.5
= de uitbeelding van de opstanding van Christus
type van de Eerstgeborene aller creaturen
In Zijn opstanding en uitermate verhoging is Hij Hoofd en Vaandel, Banier der Volken
Hij is Jehovah Nisi = 10.60.50 5.6.5.10 = Jehovah is mijn Banier (Exodus 17:15)
Hij draagt de Banier boven 10.000 (Hooglied 5:10) = in de Bijbel is 10.000 altijd de Gemeente
Hij is de Vlaggenmast en het Vaandel van Zijn zeilschip: de Gemeente
De Gemeente als Zijn Lichaam is Zijn Vlaggenschip
Zij wordt voortgedreven door Zijn Wind = 8.6.200 = Roeach
Namelijk door Zijn Roeach, dat is Zijn Geest - de haan: heeft een dubbele kam, oftewel een dubbele kroon op Zijn kop
Dit wijst naar het Koningschap en het Hogepriesterschap van de Christus
De haan, als uitbeelding van de Koning, heeft een zeer statige en koninklijke tred
En op zijn erf, en dus in Zijn wereld, kan er ook maar één de Koning zijn
Hij, onze Heiland, is de Haan, Die Koning zal kraaien!
De mensheid echter, kan dit niet uitstaan en noemt dit daarom: “haantjesgedrag” - de haan: knikt tijdens zijn wandel voortdurend met zijn kop. Hij zegt altijd “Ja(h)”. Jah is de verkorte naam van Jehovah. Ook een ezel kan tijdens zijn wandeling alleen over “Ja(h)” spreken. Deze verkorte naam van Jehovah is altijd op de lippen van de ezel.
- de haan: roept Zijn volk (de hennetjes) en de mensheid op om door geloof in Christus wedergeboren te worden. Maar de hennetjes zeiden bij Zijn eerste komst: “wie heeft U tot Koning (Haan) over ons gesteld?”
- de kraaiende Haan is gelijk aan de brullende Leeuw uit de stam van Juda
- de haan wijst ons hoog bovenop de toren de windrichting aan; de Geest van Christus roept ons op om te kijken naar de dingen die Boven zijn.
- de haan “kraait” = 1.200.100 = qara = uitroepen; over de komst van een nieuwe Dag
- de haan kraait bij de dageraad, dat is zeer vroeg in de morgen. De dageraad is op de grens van de nacht en de nieuwe dag.
De dageraad is de grens tussen duisternis en Licht. De grens tussen dood en Leven. - 1.200.100 = qara en is ook het koeren van de duif: de Geest van Christus roept u en mij op tot geloof in Hem en Zijn eeuwige Leven!
- de haan proclameert de opstanding uit de doden: Ontwaakt gij die slaapt, en staat op uit de dood, en Christus Jezus de HEERE, zal over u lichten.
Twee maal kraaien
Markus 14:30: En Jezus zeide tot hem: Voorwaar, Ik zeg u, dat heden in dezen nacht, eer de haan tweemaal gekraaid zal hebben, gij Mij driemaal zult verloochenen.
De Haan zal 2 maal kraaien. De HEERE Jezus zegt aan Petrus en daarmee ook aan Juda, het Joodse volk, de 2 stammen: Eer de Haan, 2 maal zal kraaien zal men de HEERE Jezus tot 3 maal toe verloochend hebben
Markus 14:68: Maar hij heeft het geloochend, zeggende: Ik ken Hem niet, en ik weet niet wat gij zegt. En hij ging buiten in de voorzaal, en de haan kraaide.
De Haan kraait voor de eerste keer Koning bij eerste komst van de HEERE Jezus. Hij had Juda, het Joodse volk, de 2 stammen willen bijeen vergaderen, zoals de Hen, haar kiekens verzamelt onder de vleugelen. (Lukas 13:34)
Hij riep hen op om te ontwaken, want Hij is de opstanding en het Leven!
Markus 14:72: En de haan kraaide de tweede maal; en Petrus werd indachtig het woord, hetwelk Jezus tot hem gezegd had: Eer de haan tweemaal gekraaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochenen. En hij, zich van daar makende, weende.
De Haan kraait voor de tweede keer Koning na de opstanding van Christus Jezus. Maar het Joodse volk is gedurende 2000 jaar in haar ongeloof gebleven; en weigerde deel te hebben aan Zijn Opstandingsleven.
Tot inzicht komen
Markus 14:72: en pas toen de HEERE Jezus Petrus aanzag; en pas na de wonderbare visvangst (= opname van de Gemeente (in Johannes 21)), besefte Petrus, wat hij eigenlijk gedaan had; en hij weende.
Zacharia 12:10-11: Doch over het huis Davids, en over de inwoners van Jeruzalem, zal Ik uitstorten den Geest der genade en der gebeden; en zij zullen Mij aanschouwen, Dien zij doorstoken hebben, en zij zullen over Hem rouwklagen, als met de rouwklage over een enigen zoon; en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene. Te dien dage zal te Jeruzalem de rouwklage groot zijn, gelijk die rouwklage van Hadadrimmon, in het dal van Megiddon.
Mattheüs 24:30: En alsdan zal in den hemel verschijnen het teken van den Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde (d.i. alle stammen uit het land Israël) wenen, en zullen den Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid.
En dit is precies zoals Juda, het Joodse volk, aan het einde van de 70e jaarweek zal beseffen wat zij gedaan heeft, wanneer de HEERE Christus haar zal aanzien. En als gelovig overblijfsel, zal zij daar in Petra dan bitterlijk kermen over haar Eerstgeborene. Ook precies zoals de broers van Jozef weenden over hun verraad aan Jozef. (Genesis 45)
In de vrouwelijke vorm
Want:
ha tharnegolah = 5.30.6.3.50.200.400.5 = de hen; de vrouwelijke kant van de haan
= in feite Dezelfde als de haan, maar dienstbaar aan Zijn kiekens
= Onze opgestane Heer wil nu eerst onze Hogepriester zijn, onder Wiens vleugelen (dat is Zijn Geest) wij zijn;
Wij worden overschaduwd door zijn Geest, dat is tot leven verwekt, wedergeboren door Zijn Geest.
Christus is de “Hen” met de gouden eieren;
Zoals de Geest broedde op de wateren (Genesis 1), zo broedt de HEERE als “Hen” op de eieren;
opdat nu eerst wij zullen worden tot Zijn gouden kiekens!
Kiekens = 40.10.8.200.80.1 = ephrachim = dubbele vrucht
Eerstgeborenen in Christus!
En ditzelfde broeden zal de HEERE straks nog eens doen, maar dan i.v.m. het wedergeboren volk Israël!